Psalm 56 (berijming 1773)

Vers 5:

Ik roem in God; ik prijs 't onfeilbaar woord;
Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord.
'k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord;
Wat stervling zou mij schenden?
Ik heb beloofd, wanneer G' in mijn ellenden
Mij bijstand boodt, en 't onheil af zoudt wenden;
Tot U, o God, mijn lofzang op te zenden,
Door ijver aangespoord.

Vers 6:

Gij hebt mijn ziel beveiligd voor den dood;
Gij richt mijn voet, dat hij zich nimmer stoot;
Gij zijt voor mij een schild in allen nood;
Gij hebt mijn smart verdreven.
Uw dierbre gunst is m' altoos bijgebleven.
'k Zal, voor Gods oog, naar Zijn bevelen leven.
Zo word' door mij Zijn Naam altoos verheven;
Zo word' Zijn lof vergroot.